Village

Lagrasse

 

Lagrasse Lagrasse is het grootste en waarschijnlijk een van de meest pittoreske dorpen in de Corbières. Lagrasse is een klein ommuurd gehucht, uitgehold door de ondiepe Orbieu rivier met zijn prachtige abdij en vooral onaangeroerd door de toeristenindustrie.

 

Het is een zeer rustige plek om gewoon rond te wandelen door de oude geplaveide straten en om de fortachtige kerk te bewonderen.

Als u wandelt over de elfde-eeuwse brug heeft u een fantastisch uitzicht over de stad, vooral als de zon schijnt. Loop in ongeveer 5 minuten naar de andere kant en je komt aan bij de abdij van Ste-Marie d’Orbieu, een van de regio’s oudste monastieke huizen, opgericht ten tijde van het achtste eeuwse Karolingische rijk.

 

Bezienswaardigheden:

 

  •  1 – Abdij Sainte-Marie-d’Orbieu ook wel genoemd Abdij Sainte-Marie de Lagrasse
  •  2 – Pont Vieux – een boogbrug uit de 12 de eeuw
  •  3 – Place de Halle
  •  4 – Maison du Patrimoine
  •  5 – Village pittoresque

Lagrasse Abdij Sainte-Marie de Lagrasse:

 

Lagrasse is vooral bekend om de 8e-eeuwse abdij, een van de oudste van de Languedoc, en gesticht door Karel de Grote. De abdijkerk is gebouwd op de resten van de Karolingische kerk, maar stamt zelf uit de 11de – 13de eeuw. In de 14de eeuw werden er versterkingen rond het klooster aangelegd. In 1537 bouwde men de klokkentoren. De indrukwekkende woning van de abt en de kloostergang dateren uit de 18de eeuw.

 

Een charter van Karel de Grote, opgesteld voor het jaar 800, wordt meestal aangewezen als de akte van stichting van de abdij Sint-Marie van Orbieu. Dit oudste document over de abdij wordt bewaard in de departementale archieven van Carcassonne. In het charter bevestigt Karel de Grote de stichting van een klooster dat reeds vroeger bestond.

Lagrasse

De tussenkomst van de toekomstige keizer was van doorslaggevende invloed en voor de abdij het begin van een zeer snelle ontwikkeling door een opeenvolging van belangrijke schenkingen. Deze voorspoed maakte van de abdij één van de meest invloedrijke van Zuid-Frankrijk. Haar gunstige geografische inplanting tussen Frankrijk en Spanje liet de abten van Lagrasse toe om een gezaghebbende rol in politieke en religieuze zaken te spelen.

 

De schenkingen van rijke heren uit de streek, zoals zelfs de graven van Barcelona, bestonden uit grond, dorpen, kastelen, kerken en kloosters. Tijdens diverse periodes waren in het koninkrijk Frankrijk en in het graafschap Roussillon liefst 6 abdijen, 25 priorijen, 67 kerken en 91 plaatsen afhankelijk van de abdij van Lagrasse.

Qualité Tourisme Occitanie Sud de France     La Région Occitanie Pyrénées Méditerranée     Grands Sites Occitanie Sud de France

Sites Pays Cathare        Les Citadelles du Vertige

Qualité Tourisme Occitanie Sud de France    La Région Occitanie Pyrénées Méditerranée  Grands Sites Occitanie Sud de France  Sites Pays Cathare   Les Citadelles du Vertige

 

Lagrasse

Vanaf de Middeleeuwen tot aan de Franse Revolutie volgden 64 abten elkaar op. De eerste daarvan was Nimfridius, aartsbisschop van Narbonne. Hij stelde de Benedictijnse regel in, geschreven door Benedictus van Nursia. Na een lange periode van verval werd de abdij tijdens de 17de eeuw opgenomen in de congregatie van Saint-Maur. De daaruit voortvloeiende hervormingen zorgden voor een grote monastieke vernieuwing. In de 18de eeuw werd begonnen met de bouw van het abdijpaleis en het huidige klooster door Armand Bazin de Bezons, de voorlaatste abt en tevens bisschop van Carcassonne. Tijdens de Revolutie leefden hier nog slechts 14 monniken die Lagrasse in 1792 definitief verlieten.

 

In 1796 werd de abdij in twee delen gescheiden die afzonderlijk werden verkocht. Deze scheiding bestaat ook vandaag nog.

Lagrasse

Van 1896 tot 1975 werd het private gedeelte ingenomen door een congregatie van religieuze vrouwen die zich wijdde aan de opvang van ouderlingen. Van 1979 tot 1989 was het in handen van de Communiteit van de Théophanie. Het private gedeelte is vandaag bezit van de Communiteit van de reguliere monniken van de Moeder van God.

 

Het voor het publiek toegankelijke oostelijke gedeelte komt overeen met de middeleeuwse abdij. In het begin van de 20ste eeuw was het in bezit van de Sociale Werken van Militaire Gedetailleerden, die hier tot in 1981 een weeshuis openhielden.

 

Vandaag is dit gedeelte eigendom van de « Conseil Général » van de Aude en wordt verhuurd aan de gemeente van Lagrasse. De ontvangst en de bezoeken worden verzorgd door de associatie « Foyer d’Education Populaire » van Lagrasse.

Lagrasse1. Ontvangst en boetiek van de abdij

 

2. De binnenplaats van het oude paleis:

We zijn hier in het abdijpaleis dat gebouwd werd door abt Auger van Cogenx (1279-1309). De twee houten galerijen op de verdieping dateren van de 13de eeuw. Zij worden ondersteund door zuilen met hergebruikte Romeinse kapitelen. Deze zijn waarschijnlijk afkomstig van het romaanse klooster dat afgebroken werd door abt Auger om een nieuw in gothische stijl te bouwen.

LagrasseDe hoekzuil in witte marmer is gedeeltelijk verzonken in de pijler. Het enige historische kapiteel dat aan meester Cabestany wordt toegeschreven, is dat van de  «luxe»: het stelt groteske figuren voor in een uitdagende houding. Op de noordelijke voorgevel van het verblijf merken we een dubbelvenster uit de romaanse periode. Op de westgevel leidt de rondboog naar een overdekte doorgang en karakteriseert zich door een samengevoegde sleutel van de twee steunende gewelf stenen.

 

Uit de fontein stroomde water, gevoed door een kanaal van twee kilometer lang dat het water van de Orbieu naar de abdij afleidde en nog 500 meter binnen de muren van het klooster liet verder stromen.

 

3. De lage kapel:

Dit gebouw met twee aan de zuidelijke zijde van de binnenplaats. De functie van de kapel is niet goed gekend. Ze is overwelfd met een tongewelf en voorzien van een rechthoekig koor. De drie deuren zijn versierd met de wapens van abt Auger, gekwartierd in azuren kruis en met kelen. De zeer dikke muren zijn slechts doorboord met twee kleine vensters aan de zuidelijke kant. Ze zijn hoog geplaatst zoals bij een keldergat. Deze zaal gaf de abt de mogelijkheid om rechtstreeks vanuit zijn paleis naar de monastieke gebouwen te gaan. Tijdens de 17de eeuw werd deze kapel gebruikt door de Congregatie van Sant-Maur en de andere kapel door de benedictijnen.

4. De provisiekelder:

Deze ruime zaal van 300m2 diende waarschijnlijk als provisiekelder. Het aantal openingen en de indrukwekkende dikte van de muren werden berekend om een constante temperatuur tussen 12 en 14°C te garanderen.

Mairie de Lagrasse   Les Plus Beaux Villages de France  Mairie de Luc-sur-Orbieu

Lézignan-Corbières        Piémont d’Alaric Communauté de Communes

Les Plus Beaux Villages de France  Mairie de Luc-sur-Orbieu   Mairie de LagrasseLézignan-Corbières   Piémont d’Alaric Communauté de Communes

 

Lagrasse Op die manier kon men wijn en voedsel bewaren. Een gedeelte van de levensmiddelen werd opgeslagen in de ijskelders van de Noire. In de flank van de berg maakte men diepe gaten en vulde die met lagen sneeuw en dode bladeren om ijs te maken.

 

Meestal bestond de maaltijd van een monnik hoofdzakelijk uit brood en groenten zoals kool, erwten, bonen, uien en petrocillum (de voorvader van onze peterselie en selderij). Ze aten veel zoetwatervis afkomstig uit de Orbieu en de vijver van Marseilette (die nu drooggelegd is) en zeevis uit de Middellandse Zee.

 

Alhoewel de regel van Benedictus formeel het eten van vlees van vierpotige dieren verbiedt, leren de archieven ons dat de monniken van de abdij jaagden op herten, gemzen, everzwijnen en beren, die hier tot in de 18de eeuw werden gezien.

 

5. De bakkerij:

 

Deze wat kleinere zaal was de bakkerij van het klooster. De ruimte is voorzien van een indrukwekkende schouwpartij waarvan de broodoven (met een diepte van 2,5 m) werd vernield. Met een kanalisatie werd koud water aangevoerd en door een ingenieus systeem met de warmte van de oven lauw gemaakt.

Lagrasse Een diensttrap in de zuidwesthoek liet de monniken en dienaars toe om zich naar de gemeenschappelijke gedeelten van het klooster te begeven zonder door de privévertrekken van de abt te moeten, wat formeel verboden was. Vandaag worden deze plaatsen gebruikt als polyvalente zalen van het dorp. 

 

De bodem werd vereffend en is ongeveer 20 cm verhoogd, waardoor de primitieve vloer van aangestampte aarde is verdwenen. Ook de voegen tussen de stenen werden dichtgemaakt omwille van veiligheidsredenen in een zaal waar feesten plaatsvinden.

6. De sacristie:

In deze annex van de kerk bewaarde men de cultusvoorwerpen en maakten de priesters zich klaar voor de misdienst. Deze zaal met gotische kruisbogen werd vergroot door de broeders van Saint-Maur in de 17de eeuw. Twee verdiepingen werden bijgevoegd: de eerste met cellen voor de gasten en de tweede met cellen voor de infirmerie.

7. Het noordelijk transept:

Gebouwd in het midden van de 11de eeuw gaf dit transept oorspronkelijk uit op drie bsidiolen (kleine halfcirkelvormige kapellen waarvan men de funderingen nog kan zien). In de gothische periode werden ze afgesloten door een rechte muur om een appartement daarboven te ondersteunen (waarschijnlijk bestemd voor de koster die verantwoordelijk was voor het onderhoud van de kerk en de cultusvoorwerpen).

Vins Corbieres Defricheurs De Saveurs Corbières Rousillon Tourisme  Sud de France - Le Meilleur de l'Occitanie

Val-de-Dagne        Pays de Carcassonnais

Vins Corbieres Defricheurs De Saveurs    Corbières Rousillon Tourisme     Sud de France - Le Meilleur de l'Occitanie  Val-de-Dagne   Pays de Carcassonnais

 

Lagrasse De drie “nieuwe” kapellen werden voorzien van kruisbogen. Het appartement werd vanaf de 17de eeuw de bibliotheek van het klooster…

 

 8. De pre-romaanse toren:

 

Deze vierkante toren is één van de oudste elementen van de abdij en werd gebouwd voor de 10de eeuw. Het is een vierkante toren aan het uiteinde van de noordelijke transept en het gebouw had oorspronkelijk drie verdiepingen. De openingen –een groot venster op de 1ste verdieping, vandaag dicht gemetseld (aan de zijde van de trap van Karel de Grote) en een deur op het gelijkvloers (aan de zijde van het noordelijk transept)- karakteriseren zich door een halfcirkelvormige achteruitvallende boog. De binnenwelving van de deur was beschilderd met rode barbaarse personages op een witte achtergrond waarvan één het kruis van Malta draagt (vandaag erg beschadigd). Tot in de 17de eeuw bevond er zich een uurwerk in de toren.

 

9. De slaapzaal:

 

Dit is een mooi voorbeeld van een monastieke zaal waarvan de zichtbare afdekking gesteund wordt door middenbogen in metselwerk. Deze bogen worden aan de buitenzijde geschord door massieve steunberen. Tijdens de Honderdjarige Oorlog werd dit gedeelte van het klooster versterkt en om die reden lage bogen toegevoegd aan de top van de steunberen. Zij droegen verdedigende elementen en een rondgang. De slaapzaal bestond uit negen travees waarvan de meest noordelijke van de anderen werd gescheiden en toegevoegd aan de vertrekken van de abt. De binnenafmetingen zijn 50 op 8 meter.

Lagrasse De afmetingen van deze ruimte laten veronderstellen dat er tijdens bepaalde periodes een groot aantal monniken in de abdij heeft gewoond, vooral gedurende de 13de eeuw. Volgens de archieven waren er dat ongeveer honderd. Het dak is recent, want de vroegere eigenaar heeft het oude dak laten afbreken om het niet langer te moeten onderhouden.

Verscheidene architecturale details laten ons toe om de constructie van de slaapzaal te dateren rond het einde van de 13de eeuw zoals bijvoorbeeld het ontwerp van de rechthoekige vensters op het gelijkvloers, het profiel van de bogen en de muurelementen in gekapte steen. De bouw werd gestopt toen men met de constructie van de abtkapel Saint-Barthélemy begon.

Lagrasse

Ooit werd het niveau van de vloer verhoogd, want de basis van de bogen is gedeeltelijk verzonken in de bodem. De gevelvensters in spitsboogvorm werden erg beschadigd tijdens de Franse Revolutie toen men hier een militair hospitaal inrichtte en een tussenverdieping toevoegde waarvan de vloer zich het midden van de vensters bevond. In de regel van Benedictus staat in hoofdstuk 22 « Hoe de monniken zullen slapen ».

– Elkeen zal op een individueel bed slapen.

– Ze zullen van de abt beddengoed krijgen, beantwoordend aan hun vorm van leven.

– Allen slapen indien mogelijk in dezelfde zaal. Als de grootte van hun aantal dat niet toelaat, dan zullen zij met tien of twintig rusten, samen met de ouderen die over hen waken.

– Een kaars zal in dat lokaal blijven branden tot de morgen.

– Zij zullen gekleed slapen, met rond het midden een koord. Al slapende zullen zij niet hun mes dragen om zich tijdens de slaap niet te kwetsen.

– Dat de monniken steeds paraat zijn ; bij het teken zullen zij zonder vertraging opstaan en zullen zij zich voor de dienst van God in een rij haasten, altijd ernstig en bescheiden.

– De bedden van de jongere zullen niet naast elkaar staan, maar gescheiden worden door bedden van ouderen.

– Opstaand voor de dienst van God, zullen zij zachtjes elkaar aanmoedigen om alle voorwendselen weg te nemen van hen die diep slapen.

 

10. De kapel van Saint-Barthélemy of de kapel van de abt:

 

Deze kapel werd gebouwd door abt Auger de Cogenx in 1296. Hij was ondernemend en had een verfijnde smaak. Aan hem danken we ook het abdijpaleis aan de andere kant van de galerij. De muren van de kapel waren vroeger bedekt met fresco’s die erg geleden hebben na de verwijdering van het dak in de 19de eeuw.

Lagrasse Er blijven nog enkele sporen van over: op de westzijde de « Levensboom » en op de oostzijde « Het Laatste Oordeel ».

 

De vloer is bekleed met een merkwaardige gebakken betegeling voorzien van een veelkleurige vernis. De kwetsbaarheid van de vloer beperkt de toegang. Een audiovisuele voorstelling van 11 minuten toont de architectuur en de rijkdom van deze kapel.

 

11. De zaal van Meester Cabestany:

 

Deze tentoonstelling is gewijd aan het werk van de beeldhouwer uit de 12de eeuw.

 

12. De zaal van de bewakers:

Deze grote staatsiezaal werd tijdens de Renaissance voorzien van een monumentale schouwpartij en een plafond op Franse wijze. De stijl van de schouw is zeldzaam in het gebied ten zuiden van de Loire.

Mairie de Lagrasse     Mairie de Camplong-d'Aude    Mairie de Ribaute  

Mairie de Tournissan     Mairie de Saint-Pierre-des-Champs   Mairie Val-de-Dagne

   Mairie de Lagrasse     Mairie de Camplong-d'Aude     Mairie de Ribaute     Mairie de Tournissan     Mairie de Saint-Pierre-des-Champs     Mairie Val-de-Dagne       

Lagrasse Boven de deur zie je het wapen van Philippe de Lévis (1501 – 1537). Deze zelfde abt is de bouwer van de indrukwekkende toren van de abdij in 1501. Deze zaal stelt u het erfgoed voor van elk van de achttien dorpen in het “kanton” (district) Lagrasse.

Lagrasse Pont Vieux –  – 12e eeuw:

 

De bruggen die de rivier de Orbieu kruis zijn zeer pittoresk en historisch belangrijk, en de smalle middeleeuwse straatjes zijn een genot om rond te lopen.

Lagrasse Place de Halle:

Bijzonder bezienswaardig zijn de op de vestingwal gebouwde oude huizen en de markthal uit de 14e eeuw. Op de Place de Halle is iedere zaterdag een overdekte markt.

Lagrasse

 

 

Bezoek zeker ook het « Maison du Patrimoine » naast de kerk. Het is de oude pastorij met geschilderde plafonds van de 15de eeuw en tentoonstellingen over het plaatselijke patrimonium.

LagrasseLagrasse is een middeleeuws dorp, dat het predicaat ‘een van de mooiste dorpen van Frankrijk’ draagt.

Het levendige dorp is beroemd om zijn vele gezellige straatjes en steegjes (met kinderkopjes) en de prachtige oude, stenen huizen met een verscheidenheid aan kunstgalerietjes en ateliers van pottenbakkers en leerbewerkers.

Lagrasse

Lagrasse

 

16 rue Paul Vergnes
11220 Lagrasse

 

Tel. +33 4.68.27.57.57

 

Email
info@ptcm.fr

 

Website
www.lagrasse.fr